Randy Weston African Rhythms
    home | news | about | music | african rhythms | photos | press | contact | links |Visit Randy Weston African Rhythms  on Facebook|Visit Randy Weston African Rhythms  on YouTube|

pers

   

De Volkskrant

Donderdag  12 Juli 2001
Door:  Frank van Dixhoorn

 

Hoe klinkt blauw


Pianist Randy Weston kan bassen laten klinken
alsof ze uit de grond komen

 

Dertig jaar geleden ontdekte de pianist Randy Weston hoe kleuren klinken tijdens een geheime ceremonie van de Gnawa,de afstammelingen van zwarte slaven, in Marokko. En hij voelde onmiddellijk dat blauw zijn kleur was.  Nu speelt hij samen met de oude meesters van die geheime leer, en toert met ze door Europa en Amerika.

De muziek van de kleur blauw wordt gespeeld met een korte melodie in de bas, over een vrij los ritme. Vaak is er een lange, dramatische introductie met zware akkoorden in de linkerhand, of een paar speelse noten die het basfiguurtje even aanraken.  De muziek van de kleur blauw ontleent zijn kracht verder aan de improvisaties van de musici die in staat zijn om dat melodietje vast te houden terwijl het schijnbaar luisteren naar dezelfde baslijn waarmee het begon.

Randy Weston (75) speelt de muziek van de kleur blauw heel vaak.  Hij is een grote man die zijn knieën maar nauwelijks kwijt kan onder de vleugel en hij kan die bassen laten klinken alsof ze uit de grond komen in plaats van uit het instrument.

Hij hoorde de muziek van de kleur blauw meer dan dertig jaar geleden voor het eerst, toen lij in Marokko aanwezig was bij een geheime ceremonie van de Gnawa.  De Gnawa zijn afstammelingen van zwarte slaven die driehonderd jaar geleden uit de landen ten zuiden van de Sahara naar het Noorden werden gebracht.  Ze doen ceremonies die de hele nacht duren en die in het teken staan van zeven heiligen of voorouderlijke geesten.  Elke geest wordt geassocieerd met een kleur: wit, blauw, rood, groen, zwart, geel en een combinatie van kleuren.  Bij elke kleur hoort een bepaalde muziek.

In het Jazzjaarboek (Van Gennep, 1986) gaf Randy Weston een impressie van zijn eerste bezoek aan zo'n ceremonie: 'Tijdens het spelen van de kleur blauw werd de muziek zo intens dat de gembri-speler die op een trapje zat het bewustzijn verloor en naar beneden viel (de gembri is een snaarinstrument waarvan het geluid op een bas lijkt).  Toen hij viel stapte een andere man naar voren, pakte de gembri en speelde verder, terwijl een paar anderen de eerste speler wegbrachten en hem water gaven om hem bij te laten komen.'

Diezelfde gembri speler leerde Weston de melodie van het blauw.  'Toen realiseerde ik me', schrijft Weston, 'dat blauw mijn kleur was, hoeveel ik van blauw hield, hoeveel ook Thelonious Monk van blauw hield, hoe Duke Ellington blauw bijna verafgoodde - hij liet zijn piano zelfs blauw verven - en waarschijnlijk schreef Duke meer blues dan wie ook.

De hoofdman van de Gnawa verbood Weston om de muziek in het openbaar te spelen.  Wanneer je dat doet, had hij gezegd, zal er iets met je gebeuren.  Deze muziek is heilig.  Pas na een jaar kreeg de pianist toestemming om de kleur blauw te spelen tijdens concerten.  Hij zette de muziek in het begin van de jaren zeventig voor het eerst op de plaat (voor CTI) als Blue Moses ; onder die titel is het bekend geworden.

Randy Weston, die als jongetje in het Brooklyn van de jaren veertig alle grote jazzmusici van toen leerde kennen, trok voor het eerst naar Afrika toen de Beatles en de Rolling Stones populair werden.  Hij bleef er komen, en woonde zelfs jarenlang in Tanger.  In interviews benadrukt hij dat hij daar vooral iets wilde leren: vaak vertelt hij verhalen over het charisma van mensen die op zijn pad kwamen en die hem lieten ondergaan wat hun muziek betekent: de Marokkaanse neger Mamadou, die de oud bespeelde zoals hij nog nooit had gehoord, de Sharif van het dorp Jajouka, die 's nachts spelend op zijn instrument door de bergen trekt, zonder licht, en zo zegeningen uitdeelt.

Maar de Gnawa met hun muziek van de kleuren nemen een bijzondere plaats in.  Het was niet voldoende voor Weston om de muziek van de kleur blauw te spelen tijdens concerten over de hele wereld.  De Gnawa moesten zelf naar New York komen, en in het voorjaar van 1988 was het zover.  In een zaal op de campus van Columbia University zaten vrij veel mensen te kijken naar musici in witte gewaden, getooid met kleine of grote hoofddeksels; een van hen had een gembri, ze rammelden met metalen castagnetten en ze bewogen zich vrij ontspannen in een decor van grote kussens en wierook.  Musici uit alle windstreken komen natuurlijk dagelijks in New York spelen, maar deze mensen deden zo weinig moeite om het publiek te overtuigen en ze wisten zo onmiskenbaar goed waar ze mee bezig waren dat men, zelfs in New York, achteraf met een zekere eerbied over hen sprak.

Marokko stond weer erg in de belangstelling: de Rolling Stones gingen erheen om opnamen te maken van de Master Musicians of Jajouka, die inmiddels veel populairder zijn dan de Gnawa maar wier muziek zeker zo verbijsterend klinkt, zelfs wanneer ze een beetje op de achtergrond met de Stones mee toeteren (luister naar Continental Drift op Steel Wheels)

Randy Weston heeft sinds dat concert in New York weinig nagelaten om de Gnawa een podium te geven in het westen.  Hij begon vrijwel meteen met de voorbereidingen voor een dubbel-cd waaraan ze zouden meewerken; de opnamen moesten plaatsvinden in Marokko, maar de Golfoorlog maakte dat onmogelijk.  In plaats van muziek met de Gnawa nam Weston nu muziek voor de Gnawa op, met o.m. Dizzy Gillespie en Pharoah Sanders. Het resultaat The Spirits of Our Ancestors, 1991 is een magnifiek overzicht van een muzikaal leven: het oude "African Cookbook" (dat hij al speelde voordat hij in Marokko kwam) is opnieuw gearrangeerd, net als "Blue Moses", en voor wie de Gnawa heeft gehoord zijn dat nooit meer dezelfde stukken.  Voor het eerst is er een Gnawa te horen op de gembri, in een religieus gezang, begeleid door bassist Alex Blake en percussionist Azzedin Weston, die de metalen castagnetten bespeelt.

Nog geen jaar later was Weston vier dagen in Marrakech om een nieuwe plaat te maken waarvoor hij Gnawa uit verschillende steden bij elkaar had gebracht.  Op een van de stukken speelt hij zelf mee, maar het is duidelijk dat de meesters alle ruimte krijgen om zich in volle glorie te presenteren; de CD The Splendid Master Gnawa Musicians of Morocco kreeg een Grammy Nomination in 1996. In het begeleidend boekje beschrijft Weston de opnamen in een ondergrondse balzaal van het Mamounia Hotel als een historische gebeurtenis.  Nooit eerder hadden negen meesters van de gembri samengespeeld met twee percussionisten.

Binnen een paar maanden na de opnamen van The Splendid Master Gnawa Musicians overleden twee van de oudste meesters. Weston organiseerde tournees door Europa en Amerika om de anderen te presenteren, twee jaar geleden was er opnieuw een avond daarvan in New York.  Opnamen daarvan zijn onlangs op cd verschenen Spirit!  The Power of Music en het is fascinerend te horen hoe de samenwerking zich ontwikkelt.  Was er in 1988 vooral veel muziek van de Gnawa zelf, nu is het mogelijk voor de Amerikanen om er veel meer aan bij te dragen, hetgeen ook geldt voor de Gnawa.

Het is nog steeds een onverdeeld genoegen om te luisteren naar de muziek die Weston speelde toen hij een jongeman was, in de jaren vijftig, maar in het licht van alles wat daarna is gekomen krijgt die muziek zonder enige twijfel een nieuwe dimensie.  Wie de carričre van een kunstenaar overziet, wordt wel vaker bekropen door het gevoel dat tijd een betrekkelijke rol speelt.  Waar is het begonnen?  Met de pianist die in 1999 de ritmes van de Gnawa assimileert, of met de jongeman die in 1954, als je goed oplet, reeds wist hoe de muziek van de kleur blauw moest klinken?



Reprinted with permission Copyright (c) 2006
de Volkskrant en Frank van Dixhoorn


 

^ Top ^

| sitemap | links | contact |

Copyright © 2000 - 2024 Randy Weston African Rhythms - All Rights Reserved.